Meerjarige subsidie voor kunsten en festivals 2026-2028

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een culturele instelling of penvoerder van een samenwerkingsverband van ten minste twee instellingen die geen ondersteuningsorganisatie zijn.

Voor culturele activiteiten die bijdragen aan de doelstellingen uit de uitvoeringsagenda en die in ieder geval bijdragen aan het stimuleren van culturele producties in Zeeland of aan talentontwikkeling van cultuurprofessionals in Zeeland.

De activiteiten moeten zijn gericht op één van de volgende culturele disciplines:

a. Theater/dans;

b. Klassieke muziek;

c. Muziek overige;

d. Film;

e. Beeldende kunst;

f. Literatuur.

Om voor subsidie in aanmerking te komen, wordt voldaan aan de volgende vereisten:

• De aanvrager is gevestigd in Zeeland;
• De activiteiten worden hoofdzakelijk uitgevoerd in en komen ten goede aan de provincie Zeeland;
• De activiteiten worden verspreid over de periode 1 januari 2026 tot en met 31 december 2028 uitgevoerd;
• De activiteiten hebben ten minste een bovenregionale bereik;
• De aanvrager voldoet bij de uitvoering van de activiteiten ten minste op de volgende wijze aan de drie culturele codes:

1. Code Diversiteit & Inclusie: formulering van ten minste drie realistische doelstellingen om de activiteiten zo breed mogelijk toegankelijk te maken, waarbij in ieder geval één van de doelstellingen gericht is op het bereiken en betrekken van jeugd en/of jongeren;
2. Fair Practice Code: toepassing van een beloningsbeleid dat in lijn is met landelijke richtlijnen inzake eerlijke beloning in de culturele sector;
3. Governance Code Cultuur: aanstelling van een onafhankelijk bestuur en/of onafhankelijke raad van toezicht, overzicht organisatiestructuur en vastlegging taken en verantwoordelijkheden van bestuur, directie en medewerkers;

• De activiteiten zijn uiterlijk op 31 december 2028 gerealiseerd.

Onderstaande kosten komen niet in aanmerking voor subsidie:

• Kosten voor fysieke aanpassingen van locaties en gebouwen;
• Kosten voor de aanschaf van muziekinstrumenten;
• Kosten voor de aanschaf van randapparatuur ten behoeve van licht of geluid;
• Kosten voor de aanschaf van ICT-apparatuur zoals laptops, telefoons en soortgelijke producten die ook voor andere doeleinden te gebruiken zijn;
• Kosten waarvoor reeds een provinciale of gemeentelijke subsidie, of andere provinciale of gemeentelijke financiële bijdrage is verstrekt;
• Kosten gemaakt vóór 1 januari 2026 of na 31 december 2028;
• Kosten ten behoeve van de exploitatie van horeca.

Volledig ingediende aanvragen die aan de indieningsvereisten voldoen, worden door de onafhankelijke adviescommissie beoordeeld op onderstaande criteria:

A. Artistiek-inhoudelijke kwaliteit;

B. Bijdrage aan productie in Zeeland en/of talentontwikkeling startende professional;

C. Provinciaal belang;

D. Haalbaarheid/werkwijze;

E. Publieksbereik en -verbreding;

Bonuscriteria:

F. Samenwerkingsverband;

G. Talentontwikkeling jeugd en/of jongeren;

H. Bijdrage aan innovatie en grote transitieopgaven.

Bij A t/m E moet er tenminste voldoende gescoord worden om in aanmerking te komen voor subsidie.
Bij F t/m H geldt geen minimale score verplichting, deze criteria betreffen bonusscores die indien van toepassing ook door de adviescommissie worden beoordeeld.

Bij de aanvraag wordt overgelegd:

• Een projectplan van minimaal 12 en maximaal 28 pagina’s A4, waarin ten minste het volgende wordt beschreven:

1. Artistiek-inhoudelijke visie die de basis vormt van het plan, met daarbij een planning en beschrijving van de activiteiten waarmee aan die visie uitvoering wordt gegeven;
2. Beschrijving hoe het plan bijdraagt aan de doelstelling(en) om kunstproductie en/of talentontwikkeling van cultuurprofessionals in Zeeland te bevorderen
3. Onderbouwing van het provinciaal belang van het plan en de aanvrager dan wel het samenwerkingsverband, in relatie tot vertegenwoordiging van de kunstdiscipline in de provincie, de rol in de provinciale culturele infrastructuur en positie in de relevante netwerken, provinciaal en (inter)nationaal;
4. Onderbouwing van de haalbaarheid van het plan en de daarmee beoogde resultaten, waaronder een toelichting op de wijze waarop de Governance Code Cultuur en de Fair Practice Code wordt toegepast;
5. Visie op het (duurzaam) bij elkaar brengen van aanbod en publiek, zowel bestaand als nieuw publiek. Verwacht wordt een beschrijving van de wijze waarop relaties met bestaand publiek en/of deelnemers wordt versterkt en uitleg over hoe nieuwe doelgroepen worden bereikt;
6. Toelichting op het aangegane samenwerkingsverband en de verwachte duurzame opbrengsten in het kader daarvan;
7. Toelichting op hoe jonge amateurkunstenaars betrokken worden bij de activiteiten, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen jeugd en jongeren;

8. Toelichting hoe met de plannen ook andere overheden, bedrijfsleven en onderwijs geactiveerd worden om bijdragen uit de kunstensector op te halen voor innovatie bij grote transitieopgaven.

    

• Een sluitende meerjarenbegroting voorzien van specificatie en toelichting;
• De statuten van de aanvrager;
• De CV’s van de bij de activiteiten betrokken cultuurprofessionals;

In geval van toepassing:

In geval van een samenwerkingsverband: één door alle deelnemers aan het samenwerkingsverband ondertekende samenwerkingsovereenkomst.